Home - Polen - Litouwen - Letland - Rusland - Mongolië - China - Kirgizië - Kazachstan - Uzbekistan -Turkmenistan - Iran - Armenië - Georgië -Turkije |
We vertrekken vroeg richting Kaspische Zee. Eerst doorkruizen we enkele stoffige miljoenen voorsteden van Tehran. Woonblokken, bedrijven en overvolle wegen vol auto's en busjes die zo snel mogelijk vooruit willen komen. Ieder stukje weg wordt gebruikt. Na 50km laten de drukte achter ons en klimmen we geleidelijk naar 2900m pas van het Abrusgebergte, dat Tehran scheidt van de Kaspische Zee. We zien Iraanse families picknicken langs de weg en aan rivier. Afval wordt gewoon achter gelaten. Als we stoppen krijgen we gelijk thee en brood aangeboden. De Iraniërs rijden als gekken. Inhalen zonder overzicht. We worden bijna van de weg afgedrukt bij een inhaalaktie. Enkele minuten later zien we dezelfde auto frontaal tegen een andere auto staan. Zo ervaren we meerdere ongelukken. Over de pas zien we voor het eerst in Iran bossen en begroeide bergen. De vochtige lucht van de Kaspische Zee zorgt voor voldoende regen op de berghellingen. De afdaling is steil en bochtig. Ook hier weer waaghalzen die inhalen en snijden. Onderweg lunchen we kebap in een van de vele eettentjes lang de passtraat. Dan rijden we 80km langs de kust. Hier zijn veel appartementen gebouwd. In Ramsar overnachten we in een doodlopende straat vlak bij zee. Het is hier veel vochtiger dan in Tehran. Er is geen strandcultuur: dames in zwarte gewaden zitten op plastic stoelen en kijken naar het water. Op 15 oktober rijden we 200km langs de kust naar het noorden door dicht bewoond gebied. Het is een opeenvolging van steden en dorpen. Daarachter hoge begroeide bergen. Er wordt hier rijst, pinda's en thee verbouwd. In het noorden van Iran wonen vele Turks sprekende Iraniërs. We zetten onze camper neer op het strand aan de Kaspische Zee aan de zuidzijde van de plaats Hashtpar. Iraanse families picknicken op het strand, allemaal volledig gekleed. Ze zijn zeer geïnteresseerd in ons en vragen honderduit. Ali en Musadas, onze Iraanse begeleiders kunnen e.e.a. vertalen zodat we van elkaar wat meer verstaan dan alleen met handen en voeten. We krijgen van diverse mensen appels, lekkere hapjes en CD's met muziek. 's Avonds zitten we op het strand bij het kamp bij een lekker kampvuur. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() ![]() ![]() |
We rijden de volgende dag richtig westen de bergen in. De vochtigheid neemt snel af. Ook zien we dat de herfst is ingetreden. Hoe hoger we komen hoe geler de bladeren aan de bomen zijn. In de bergen staan kleine huisjes van boeren. Men verbouwt wat en verder houdt men geiten en schapen. We stijgen naar 2300m en dan dalen we naar 1000m om weer naar 2000m te stijgen. Onderweg komen door eenvoudige dorpen en plaatsen. De weg is matig en heeft veel gaten. De laatste afdaling is zo steil en bochtig dat we in de 1e versnelling omlaag gaan. Het bergland is nu kaal, geel en droog. We landen na 360km in Tabriz alwaar we 2 nachten in amusementspark Elgoli overnachten. |
![]() ![]() ![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
We bezoeken de binnenstad van Tabriz (1,5 mio). Ook hier is er druk autoverkeer. We bekijken de blauwe moskee, een na aardbevingen sterk gerestaureerd gebouw. Daarna het Azerbedjaans museum waar voornamelijk gebruiksvoorwerpen van de voor-islamitische periode te zien zijn. De meerderheid van de inwoners spreekt Turks en geen Farsi. De stad heeft een rommelige gezelligheid. We slenteren een paar uur door de bazar en eten er weer een kebabje. 's Middags gaat Ingrid met Hossein mee naar een banketbakkerij om gebak te kopen voor het afscheid. We komen in een enorme winkel met allerlei soorten gebakjes, koeken en taarten. Het is de bedoeling dat je eerst proeft wat je gaat kopen. Dus na 2 gebakjes, 1 roomsoes en een koek is de keuze gemaakt. Er verdwijnen 80 gebakjes, soezen en koeken in dozen. Deze worden gewogen en afgerekent. Men betaald naar gewicht en niet aantal.'s Avonds nemen afscheid van onze Iraanse gidsen Hossein en Ali. We drinken thee met gebak in het water- paviljoen. Het spettert een beetje, regen kan je het niet noemen. De temperatuur daalt snel naar 10 graden. We moeten er aan wennen. We doen nog inkopen om ons laatste Iraanse geld op te maken. 18 oktober staan we om half vijf op om op 6.00 uur te starten voor een rit van ruim 200km naar de Armenische grens. Het is nog donker als we de snelweg oprijden. Er staan bij op- en afritten vele mensen die wachten op een bus of een lift. Na de zonsopgang rijden we door een prachtig berg-landschap tot aan de grens met Azarbaijan. Dan volgen we de grens-rivier door een smalle kloof. We rijden door naar de plaats Norduz waar de grens is met Armenië. We hebben 4918km gereden in Iran. De grens-procedures duren 11,5 uur. De grens van de Armenen wordt bewaakt door Russische soldaten. 2 maal wordt onze camper grondig gecontroleerd. Bij anderen worden messen gevonden die ze in China gekocht hadden, deze worden in beslag genomen en vernietigd. We betalen 42 euro voor het invoeren van onze camper en 11 euro voor een basis WA-verzekering. Het opmaken van het importdocument duurt (per camper) 1 uur. We lopen van loket naar loket. We zetten om 20.00 uur onze camper op een parkeerterrein even buiten het douane terrein in Armenië. |
Home - Polen - Litouwen - Letland - Rusland - Mongolië - China - Kirgizië - Kazachstan - Uzbekistan -Turkmenistan - Iran - Armenië - Georgië -Turkije |