Weg tussen Kars en Ani in oost Turkije
Kirgizië
Er is een serene rust aan het Chary Köl meer. De buitentemperatuur wijst +1 graad aan als we opstaan. Door de wind is het ijzigkoud. We merken aan onze diepe ademhaling dat we op 3550m hoogte zitten. We rijden 80km met gemiddelde snelheid 24km/uur door de hoogvlakte, omringt met besneeuwde bergen. Het is gravelweg met gaten, wasbord en veel wit stof. Er zijn geen dorpen of plaatsen in dit grensgebied. Slechts hierendaar een tent met herders. We gaan 12km een prachtig zijdal in en zetten onze camper bij een caravanserai uit de 17de eeuw.
's Avonds eten we in een jurte tent. Zeer teleurstellend en absoluut niet smakelijk. We worden om 5 uur wakker van de kou. 9 graden in de camper. De rijp staat op het dakluik.
Landschap in de oostelijke hoogvlakte van Kirgizië op 3500m hoogte
Eten in jurte tent
Caravanserai van Tashrabat

Koeien in het hoogland
Ijskoudbron water uit de bergwand

Veel wit stof door vrachtverkeer op de gravelwegen
We vullen onze watertank met bronwater uit de bergwand en rijden uit het dal naar de gravel 'hoofdweg'. Vandaag 260km met een 3000m pas.
De vrachtauto's werpen wit stof op waardooor het uitzicht wordt belem-merd, goed voor de hoest. Er zijn ook stukken met verkruimmeld asfalt met diepe gaten. Het landschap is kaal met kort gras. We dalen steil af over een gravelweg naar eerste stad na de Chinese grens: Naryn. Naryn heeft geen asfalt op de straten. Na Naryn wordt
het landschap groener. We stijgen van 2000m naar 3030m. De pas bestaat uit leem/gravelweg met diepe stroom-geulen van het water. In Kochkor doen we boodschappen. Hier is ook weer kaas en melk te koop. Onze slaapplaats is op een weide boven het Orto-Tokoy meer.
gravel pasweg

Hooi voor de beesten
Avondlicht op bergen Ysyk-külmeer

Licht gezouten fris helder zwemwater voor Henro
Aan Ysyk-kül meer

Islamitische graftombes langs de weg
Vrijdag 27 augustus. Een rit van 175 km, eerst door de bergen naar het Ysyk-Külmeer (200 x 50km). Daarna langs de oever tot Torsor, waar we op een schiereiland staan. We hebben een
prachtig uitzicht. Rondom hoge bergen (+4500m) met besneeuwde toppen, voor ons kraakhelder licht zout water. We luieren en zwemmen (water 20 graden) die middag. 's Avonds zitten we met enkele reisgenoten te samen en zien de zon ondergaan en de maan opkomen. Zaterdag hebben we 'rustdag' aan het Ysyk-Külmeer. We maken de camper van binnen zoveel mogelijk stof- en zandvrij. De temperatuur is aangenaam. Een echt vakantiedagje. 's Avonds drinken we wat bij Andreas en Sabine die alleen met 4 honden deze reis maken.
De volgende dag rijden we naar de hoofdstad Bishkek (320km) over slechte asfalt wegen. Langs de oever van het meer wonen boeren in kleine dorpen. De lemen huizen zijn bescheiden. Ze
leven van veeteelt en akkerbouw op kleine arealen. Langs de weg bieden ze appelen, abrikozen en tomaten aan. Grote stukken langs het meer zijn verwilderd. In de Sowjettijd was er
grootschaliger landbouw met irri-gratiesystemen. Na de stad Balykchy rijden we door een smal dal naar een vlakte waar Bishkek (1 mio. inwoners) in ligt. Deze uitgestrekte groene stad heeft grote lanen en lelijke commu-nistische (hoog-)bouw. We overnachten bij hotel Isyk-Kul. Een grote betonnen kolos (180 kamers) uit de Sovjet tijd. Er zijn geen hotelgasten meer en het hotel is vervallen. We maken een bustoer door de stad. Het centrale plein met de gebouwen van de regering, het beelden-park, de gedenkplaats van de vaderlandse oorlog. Alles in Sovjet architectuur. Bishkek is nietboeiend en lelijk. De temperatuur is heerlijk 28 graden. We eten 's avonds in het Duitse restauarant Steinbräu. Heerlijk om weer een steak te eten met een pot bier.
langs kale bergen naar Bishkek

Bishkek: gedenkplaats voor de grote vaderlandse oorlog

Bishkek: regeringsgebouw in Bishkek
Overnachtingsplaats op voorhof Hotel Isyk-Kull Bishkek

Straatbeeld Bishkek

Nationaal symbool en vlag van Kirgizië
prachtig asfalt op de Toö-Aybutt pas

plaats op hoogvlakte 2500m

Henro tapt water aan de dorpspomp
We rijden Bishkek in alle vroegte uit richting westen. Na 50km boerderijtjes keren we naar het zuiden en gaan over de Toö-Aybutt pas 3200m. Eindelijk eens goed asfalt en met een maximale
stijging van 12%! We betalen voor deze pas dan ook 10US$. Bravo voor de Kirgizen. Zo kan het dus ook. Na de pas zetten we onze camper aan een beek op de hoogvlakte. Rond om ons heen
grazen paarden en koeien. We lezen en wandelen die middag. Het is om 20.00 uur donker en het koelt snel af.Vannacht is het afgekoeld tot 11 graden. De zon komt om 7.30 uur het dal in schijnen. We rijden eerst over de Otmök pas (3350m). Daarna zakken we af naar een hoogvlakte op 1100m. Hier is weer veeteelt en akkerbouw door de aanwezigheid van water. Het 120km lange dal is dicht bewoond. De boerderijtjes die aan de doorgaande weg liggen zijn uit leem opgetrokken.
De boeren zijn bezig hooi van de land te halen en op te slaan. Overal lopen koeien en paarden. De kinderen zijn in hun schooluniform gestoken en zien er uit als kamermeisjes. In zwarte jurkjes met witte schorten en een enorme witte strik in hun haar. 1 september begint het schooljaar. De jongens dragen zwarte pakken met wit overhemd. We overnachten in de steppen. De temperatuur is 33 graden.
2 september rijden we de laatste 25km naar de grens met Kazachstan. Aantal gereden kilometers Kigizië: 1260km.
eindeloze kale bergen op 3200m hoogte

meisjes in schooluniform op weg naar school

bewoners van een Kirgizisch dorp
Kirgizië